Hoe werkt een rookmelder?

Een rookmelder heeft hoofdzakelijk een taak, namelijk het melden van brand. De rookmelder wordt geactiveerd wanneer rook de rookkamer binnentreedt. Dit zorgt ervoor dat je bij brand tijdig gewaarschuwd wordt en dat je dus op tijd kunt vluchten. In Nederland zijn er twee verschillende rookmelders namelijk optische rookmelders en ionisatierookmelders.

Optische puntrookmelder

In Nederland en in Europa mogen alleen optische rookmelders worden verkocht volgens de wet. Een optische puntrookmelder bevat een fotodiode en een lichtbron. Wanneer hier rook bij komt, zal het licht verstrooid worden en door de diode worden gedetecteerd, waarna de melder alarm zal slaan. Bij de directe methode staan de detector en de lichtbron recht tegen over elkaar. Bij afwezigheid van rook, stof en andere blokkeringen kan het licht de fotodiode probleemloos bereiken en slaat er geen alarm. Zijn er wel deeltjes aanwezig tussen de diode en de lichtbron, zal de hoeveelheid licht dat op de lichtdiode valt verminderen en zal er alarm slaan.

De meeste rookmelders werken volgens de indirecte methode. In deze methode staan, logischerwijs, de lichtbron en de fotodiode niet tegenover elkaar, maar schuin tegenover elkaar. Bij deeltje zoals rook weerkaatst het licht erop. Hierdoor valt er meer licht op de detector en zal er alarm slaan. Een rookmelder volgens de directe methode zal bij vervuiling steeds gevoeliger worden en dus eerder alarm slaan.

Ionisatierookmelder

Ionisatierookmelders worden vanaf 2005 al niet meer verkocht, ze zijn verboden voor verkoop. De radioactieve bron van een rookmelder bevat meestal radium-226 of americium-241, die continu alfadeeltjes uitstralen. Alfastraling is de meest voorkomende soort ioniserende straling. Deze straling bestaat uit deeltjes en komt vrij bij alfaverval. Bij alfaverval zendt een atoomkern een 4He-kern uit. Deze alfakernen gaan door een ionisatieruimte waarover twee elektroden zijn aangebracht. Als er geen rook is, is er niks aan de hand en zal er een stroompje lopen tussen de elektroden. Wanneer er wel rook is worden de alfadeeltjes tegengehouden en het stroompje onderbroken, waarna de melder alarm slaat.

Bij normaal gebruik van deze melder is er geen gevaar voor de gezondheid van de consument. Het gebruik van deze melder is dus niet verboden. De levensduur van deze melder is bij normaal gebruik 10 jaar. Een radioactieve bron mag je niet zomaar bij het restafval weggooien. Het is dus belangrijk dat de melder na deze 10 jaar bij het klein chemisch afval wordt weggegooid.

Alles over rookmeldersELRO Rookmelders